Zomer kinderkamp 5: De reuzenperzik - Roald Dahl

Wat? dans, atelier, theater en zang workshop, klik hier voor meer info

Waar? villa Le Chapelle, park Den Brandt – Beukenlaan 12, 2020 Antwerpen

Voor wie? kinderen tussen 6 en 14j

Wanneer? 27 t.e.m. 31 augustus 2018

prijs :
1 kind : 120 euro
2de kind: 110 euro
3de kind: 100 euro

organisatie: Kunst aan de Stroom – Michael Lazic
0485 746540 – speelweken@kunstaandestroom.be

BELANGRIJK: er moeten minstens 15 deelnemers zijn om de workshop te laten doorgaan

08.00 – 10.00 voor opvang

10.00 – 11.00 Streetdance opwarming
11.00 – 12.00 Theater/zang/dans/Creatief atelier

12.00 – 13.00 lunch

13.00 – 15.00 Theater/zang/dans/Creatief atelier

15.00 – 15.20 tussendoor pauze

15.20 – 16.30 creatie voorstelling

16.30 – 18.00 na opvang

toonmoment : vrijdag 31 augustus 17u00

Het verhaal

De hoofdpersoon is een kleine jongen genaamd James Henry Trotter. Hij woont aan het begin van het verhaal met zijn ouders in een mooi huis aan zee. Als James 4 jaar oud is, worden zijn beide ouders tijdens een dagje winkelen in Londen verslonden door een uit de dierentuin ontsnapte neushoorn. James moet nu gaan inwonen bij zijn twee tantes Spons en Spijker. Zij zorgen helemaal niet goed voor hem en James moet van hen aldoor werken.
Op een dag moet James in de brandende zon hout hakken. Hij wordt door zijn twee tantes voor straf weggestuurd als hij weigert door te gaan. James verbergt zich in de struiken en komt dan een klein oud mannetje tegen, dat een zak met vreemde groene korrels bij zich heeft. Het mannetje zegt dat James er één korreltje van moet gebruiken. James pakt het toverspul aan, maar morst het even later per ongeluk bij een oude perzikenboom. Dit heeft verstrekkende gevolgen: binnen een dag groeit er aan de boom, die eerder geen vruchten droeg, ineens een perzik die zo groot wordt als een huis. Niemand weet hoe dit mirakel gebeurd is, behalve James.
Zijn tantes maken van de perzik een attractie om grof geld te verdienen aan toeristen. Op een nacht sluipt James naar de perzik. Hij ontdekt een tunnel in het vruchtvlees, welke rechtstreeks naar de pit leidt. De pit blijkt hol te zijn. In de pit ontmoet James een aantal insecten (een spin, een regenworm, een duizendpoot, een zijderups, een glimworm, een oude sprinkhaan, en een lieveheersbeestje), die ook door het toverkruid zijn geraakt en zo zijn uitgegroeid tot menselijk formaat. Tevens blijken ze nu te kunnen spreken. James blijft die nacht bij hen, en maakt met hen plannen om het huis van zijn tantes te verlaten.
De volgende ochtend maakt de groep de perzik los van de boom. De perzik rolt vervolgens van de heuvel waar het huis van James’ tantes op staat naar zee en verplettert daarbij James’ beide tantes die net buiten stonden. Ook gaan ze dwars over een aantal akkers, verpletteren twee auto’s en ze gaan door de muren van een chocoladefabriek waardoor alle chocola de straat op stroomt. Uiteindelijk valt de perzik van de beroemde witte krijtrotsen en ze belanden in zee, waar de perzik wordt aangevallen door haaien. Om te ontsnappen laat James de zijderups en de spin een groot aantal draden maken, die hij als een lasso om een groep van 500 zeemeeuwen gooit. De meeuwen tillen de perzik uit het water en vliegen ermee weg.
Wat volgt is een opmerkelijke reis door de lucht waarbij de groep een aantal keer in aanraking komt met zogenaamde wolkenmannen, mensachtige wezens gemaakt van wolken.

INSCHRIJVEN